Het Katwijks Museum wordt gevormd door de rechtspersonen de vereniging Genootschap ‘Oud Katwijk’ en de Stichting Katwijks Museum. Hoewel de activiteiten onder de vlag van het Katwijks Museum naar buiten treden is het op 1 januari 1966 opgerichte Genootschap ‘Oud Katwijk’ de eigenaar van de collectie die in het Katwijks Museum wordt getoond en beheerd.
Het Genootschap ‘Oud Katwijk’ is oorspronkelijk opgericht in een tijd dat veel van het Katwijks erfgoed verloren dreigde te gaan: klederdracht verdween uit het dagelijks leven, in het dorp werden veel oude woningen en gebouwen afgebroken om plaats te maken voor nieuwbouw. Ook door de economische groei van na de tweede wereldoorlog volgden ontwikkelingen elkaar snel op, zo ook bijvoorbeeld in de visserij en viswerkende industrie.
Katwijk was rond 1900 een geliefde plaats voor kunstenaars uit veel landen. Zo ontstond hier een kunstenaarskolonie waar meer dan 1000 kunstenaars actief waren. Bekende schilders als Bernard Blommers, Jan Toorop, Willy Sluiter en Jan Zoetelief Tromp lieten in Katwijk een woonhuis met atelier bouwen. Hun werk is in het Katwijks Museum te bewonderen.
Met name schilders bezoeken ook nu nog de kust om hun impressies van zee, strand, duinen en het dorp vast te leggen. Ook het resultaat van hun werk is in het Katwijks Museum te zien.
Voordat de huidige huisvesting kon worden betrokken, bevond de verzameling zich op diverse locaties. Om definitief in de huisvesting te kunnen voorzien, stelde de gemeente de oude rederswoning Voorstraat 46 ter beschikking, die daarvoor geruime tijd als politiebureau had dienst gedaan. Het pand en het verbouwingskrediet werden beschikbaar gesteld aan de nieuw opgerichte Stichting Katwijks Museum met als doelstelling het museum te exploiteren. Het museum werd in 1983 opengesteld. De vereniging Genootschap 'Oud Katwijk' bleef eigenaar van de collectie. Aanvankelijk hadden de beide rechtspersonen afzonderlijke besturen. Om praktische redenen zijn beide besturen sinds 1993 geintegreerd.
©2023 Katwijks Museum | Privacy | Webontwikkeling: 2nd Chapter