Voorstraat 46, Katwijk
Katwijks meisje (1909-1912)
Olie op doek, 87,5 x 64 cm
Paul Wallat woont tussen 1909 en 1912 driemaal in Katwijk en heeft daar zijn sporen achtergelaten. Het Katwijks Museum rekent zich rijk met vijf schilderijen van zijn hand. Hij wordt geboren in Rostock op 1 juni 1879 en is de zoon van een schoenmaker. Tussen 1899 en 1902 studeert hij schilderkunst aan de School voor Toegepaste Kunsten in Hamburg. Van 1902 t/m 1909 vervolgt hij zijn studie aan de Academie voor Schone Kunsten in Berlijn. Hij volgt de lessen van de geschiedenisschilder Otto Brausewetter en de zeeschilder Carl Salzman. Hij gaat aan het werk als schilder en beeldhouwer. Wallat is een reislustig man: in 1905 en 1906 maakt hij een wereldreis met de MS “Charlotte”. In de navolgende jaren werkt hij regelmatig in België en Nederland. Paul Wallat overlijdt in november 1964 in Sonderborg in Denemarken. Op 29 december 1906 krijgt de prijs van de Ginsbergstichting van de Academie van Berlijn. Met zijn kleurgebruik in kleine en grote vlakken gaat Wallat vaak expressionistisch te werk. Dat goed te zien op drie andere doeken van Wallat, ‘In afwachting’, ‘Visser met zuidwester’, ‘De boerderij van Haasnoot’, die al in het bezit zijn van het Katwijks Museum
De schilder overvalt ons met deze, in het Katwijks taalgebruik, knalrode skoemantel of schoudermantel. Bijna aanmatigend vult het rood de ruimte. De schuimende branding, de bomschuit en de vismanden lijken letterlijk slechts in de marge aanwezig. Maar…. dan is daar haar witte muts, in omvang geen concurrent van de schoudermantel, maar tegen de donkerblauwe achtergrond een andere aandachtstrekker. De schilder heeft haar en profiel geschilderd vanaf haar heupen en legt door die afsnijding nog eens het volle accent op de schoudermantel. Dik aangezet speelt de schilder in brede penseelstreken met de verschillende accenten rood in de plooien, oplichtend op de rug en op de naar ons toegekeerde arm, donker op de buik waar de wind vrij spel heeft. Met haar linkerhand, nogal fors en hoekig uitgevallen, houdt ze de schoudermantel gesloten tegen de wind, die voor extra beweging zorgt in het golvende rood. Het is diezelfde illusie van wind die de muts naar achteren lijkt te duwen, waardoor het blonde haar tevoorschijn komt. Zelfs in die muts zit beweging door de verschillende vegen wit die de schilder gebruikt. Het kinbandje van de muts staat strak door de wind, maar accentueert met het heldere wit tegelijkertijd haar hals en kaak en steekt ook af tegen het rood van de schoudermantel. Over haar voorhoofd hangt een plukje haar, waarmee we op haar gezicht belanden. De rode wangen lijken getekend door het jaargetijde. De schoudermantel wordt in die tijd gedragen vanaf de eerste zondag in oktober tot de eerste zondag in mei. In gedachten verzonken leunt ze tegen de vismanden en staart in de verte. Haar mondhoek hangt wat omlaag alsof ze niet gerust is op wat er staat te gebeuren. Is de reeds gearriveerde bomschuit achter haar een vingerwijzing van de schilder? We weten het niet. Wellicht is dat ook niet het verhaal van de schilder. Voor ons, de kijkers van dit doek na ruim honderd jaar, is dat stralend rood fascinerend. Als dat de bedoeling van de schilder is geweest dan heeft Paul Wallat zeker zijn doel bereikt.
Ton Hetebrij
Met dank aan Aaltje Knoop voor haar waardevolle informatie.
©2025 Katwijks Museum Privacy Cookies Website door 2nd Chapter
Member
of: